Er gebeurt meer dan we kunnen zien

Voor wie er bij is, valt nauwelijks te bevatten wat er allemaal gebeurt tijdens een Keniareis, laat staan voor wie er niet bij is. Ja, er zijn prachtige verhalen van individuele belevenissen en die geven zeker een realistisch beeld, maar er is meer: er zijn verbanden, er zijn nieuwe en bestaande contacten die worden aangehaald, er zijn evaluaties over effecten in Kenia en bij de Nederlanders, er ontstaan nationale en internationale vriendschappen, er wordt kennis gedeeld en wederzijdse bewondering uitgesproken en er wordt vooral heel vroeg opgestaan en keihard gewerkt. En valt ’s ochtends het water uit, zodat douchen er even niet in zit, dan klaagt niemand (oké een enkeling). Hoe zou je ook kunnen klagen nu je hebt gezien dat er in de binnenlanden weliswaar een voedselprogramma is, maar geen water. Dus kan de maïspap voorlopig niet gemaakt worden tot de tankauto de school bereikt en de tank (of het bassin) vult. Het is te lezen in de blogs, flexibiliteit is competentie 1 als je mee wilt. Bij deze groep is die competentie ontzettend goed ontwikkeld. Ondanks de wijzigingen in het programma omdat scholen plotseling examens of een sportdag hebben of erger, ondanks alle afspraken toch niet op ons rekenen, komt iedereen steeds weer opgetogen en blij terug naar het hotel. En steeds blijken ook competenties 2 en 3, initiatief en creativiteit, hoger ontwikkeld dan we zelf dachten. Daarbij is bij alle hectiek (alles moet vandaag of morgen zijn opgelost) met deze temperatuur ‘ pole pole’ vereist.

Maar wat doen bestuur en begeleiders eigenlijk?
Om te beginnen zijn volgens afspraak alleen bestuursleden mee, die gedurende de reis een taak hebben. En ook zij betalen een forse eigen bijdrage. Deze keer zijn dat Jan van Aert, Lysanne Kapiteijn, Gert Jan Veeter en Ria Peters. Elke dag zorgen zij er samen met directeur Francis Nzai voor, dat alle 35

Jan van A., Francis en twee board members aan het werk

deelnemers naar scholen kunnen, die soms tijdens de workshops pas zijn afgesproken. Dus elke dag samen met James (de coördinator van de auto’s) kijken wie waarheen gaat, met wie en hoe laat. Lysanne, Ria en Jan gaan vervolgens langs zoveel mogelijk scholen, waar Nederlanders aan de gang zijn. Die zijn dit jaar allemaal ver weg, maar we streven ernaar iedereen te bezoeken. Tussendoor zijn er bijeenkomsten met Francis Nzai over de gang van zaken, verbeterpunten en toekomstige mogelijkheden en een meeting met de Keniaanse board. Gert Jan geeft intussen samen met Jan Uitdehaag en Belinda Cuypers de schoolleidersopleiding en zij monitoren de Keniaanse coaches (Nederlandse zijn inmiddels niet meer nodig) op hun werkplek. Tegelijkertijd gaan Lysanne en Gert Jan op zoek naar de juiste contactpersonen voor het V.O, want de directeuren blijken dat niet te zijn. Die reageren onverminderd enthousiast op onze plannen, maar communiceren dat niet verder. En dat levert dus verrassingen op. Het lijkt erop dat hen dat gelukt is, mede door het aanbod van één van de Heads of Department, responsable for academics (een soort overkoepelende sectieleider) om de contacten te coördineren. Zij blijken over onderwijskundige ontwikkelingen te gaan en bij hen moeten we dus zijn. En daarmee is er vertrouwen, dat we een even stabiele basis kunnen creëren als in het P.O. Wat ik doe? Ik bezoek als begeleider eveneens de workshops van de leraren, geef daarnaast de training coaching aan afgestudeerde Keniaanse head teachers en zorg dat de blogs geschreven en geplaatst worden. En als dan plotseling blijkt, dat er nog een herexamen bij Saif moet worden afgenomen, pak ik dat er nog even bij (hij is trouwens geslaagd).

Integratie PO-VO
Jarenlang al proberen in Nederland regionaal P.O en V.O tot meer afstemming te komen. In sommige samenwerkingsverbanden zijn er intussen uitwisselingen in de praktijk, maar wat we hier in 10 dagen bereiken is meer. Dit is integratie. Vanaf de voorbereidingsdagen hebben we dit jaar meer dan ooit ingezet op het mixen van PO- en VO-leerkrachten. De aanpak van het geven van een workshop verschilt immers

Jan U,, Ruud en Belinda

nauwelijks en feedback geven al helemaal niet. Daarbij valt er ontzettend veel van elkaar te leren. Ik kan met een gerust hart concluderen, dat deze integratie gelukt is. Het voordeel bij het nadeel van het afhaken van enkele VO-scholen is, dat docenten meegaan naar PO-scholen (waarvan de bovenbouw immers onderbouw VO is) en daar teamvergaderingen begeleiden, klassenbezoeken doen en feedbackgesprekken voeren. ‘Maar dan willen wij ook wel een VO-school bezoeken’, zeggen Milou en Diane spontaan. Natuurlijk regelen wij dat. Leereffecten, wederzijds begrip en respect: enorm!

Betekenen we ook voor Kenia iets?
Zoals één van de oud-deelnemers laat weten na het lezen van de blog van Marie-Katrien:’ Wat hebben jullie al ontzettend veel bereikt de laatste jaren.’ Dat constateren ook de mensen die na hun bezoek aan de buitengebieden een zone bezoeken, die al langer met T4T werkt. Daarover later meer concreets.

Ruud Musman

Post a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.