Het inmiddels veelbesproken verbod op gezichtsbedekkende kleding brengt mij weer even terug naar Kenia in 2010, toen ik voor Teacher4teachers als coach deelnam aan de school leaders course, één van haar succesvolle projecten in de county Kwale. Het gebied ten zuiden van Mombasa is grotendeels islamitisch met verder veel christenen. Religieuze conflicten zijn er niet en voor de cursus bidden ze altijd gezamenlijk. De schoolleiders, evenveel mannen als vrouwen, druppelden binnen en twee van hen vielen op. Niet alleen vanwege hun nikab, maar vooral door hun spontane actie deze, eenmaal binnen, met een brede grijns over het hoofd te gooien. Een verplichting was dat geenszins. Dat ik deze blije gezichtsuitdrukking kon waarnemen, maakte het contact voor mij aanzienlijk gemakkelijker. Dus stapte ik naar hun toe. ‘Ik zag, dat je buiten een nikab draagt,’ zei ik belangstellend tegen Fatuma in een poging niet beoordelend over te komen. ‘Klopt, dat maakt het voor mij een stuk veiliger in de matatu’s. In die overvolle busjes zitten ze anders voortdurend aan je.’ Nieuwsgierig keek ik naar Tamasha (foto 2e van links). Zij was een stuk jonger en ik meende bij haar brede smile een ondeugende blik te ontwaren. ‘Oh voor mij is het heel simpel. Ik draag hem, omdat mijn familie dan niet kan zien wat ik doe.’ Twee heel pragmatische redenen voor het dragen van gezichtsbedekkende kleding. Geen onderdrukking of behoefte aan religieuze uiting. Eigenlijk zoals mensen met kwade bedoelingen soms de bivakmuts gebruiken om onherkenbaar te blijven. Overigens zijn in dit moslimgebied nikabs en boerka’s heden ten dage nauwelijks te vinden. Fatuma en Tamasha dragen ze niet meer. Zou het de leeftijd zijn?
Ruud Musman