Of ze geen twee dagen workshop konden doen, was de veel gehoorde opmerking na de workhops door onze Keniaanse collega’s in februari. Niet omdat ze dat zo gewend waren van de Nederlande workshopleiders. Niet voor niets hadden de teamleiders besloten om deze keer leerkrachten in de verder gelegen gebieden als Samburu bij he T4T-programma te betrekken. Professionalisering door gerichte uitwisseling op deze manier komt gewoonweg weinig voor in Kenia. Ook zonder lijfelijke Nederlandse inbreng bleek het enthousiasme van de deelnemers dus groot. Natuurlijk mochten we als bestuur meekijken en ideeën leveren bij de voorbereiding van de workshopleiders, van wie de meesten tot nu toe slechts een faciliterende rol hebben gespeeld. De meeste nascholing in Kenia (als die er al is) is vooral theoretisch, terwijl de behoefte van leerkrachten juist erg praktijkgericht is. Zo is de transitie van het toetsgerichte onderwijssysteem naar een competentiegericht curriculum geen kwestie van een handleiding schrijven en gaan. Stel je voor, dat de Nederlandse overheid besluit tot een nationale overgang naar ontwikkelingsgericht onderwijs (in Kenia is het curriculum nationaal naar het Engelse systeem). Het gesputter zou bij ons natuurlijk nog veel groter zijn dan het in Kenia al was, maar er zou veel training en good practice nodig zijn om het op de werkvloer te laten landen. Er zou met achterblijvende scores gewapperd worden (de manier van meten loopt altijd achter de veranderingen aan, dus logisch) en weerstanden overwinnen zou wel eens de grootste uitdaging van directeuren kunnen zijn. Zo begon het ook hier.
In Kenia wordt het nieuwe curriculum stap voor stap ingevoerd. Momenteel is de opbouw gevorderd tot standard 4 (groep 6). De weerstand is grotendeels verdwenen en de nieuwsgierigheid toegenomen. De basis is activerend leren en daarop zijn de T4T-workshops en de coaching op de werkvloer al enkele jaren toegesneden. We organiseren kennisdeling en voegen hier en daar wat activerende mogelijkheden toe. En vooral doen we dat op een interactieve manier. Niet vertellen, maar (voor)doen. Nu we er dus zelf niet konden zijn en we het belangrijk vinden, dat T4T levend wordt gehouden, zijn we extra nieuwsgierig naar wat er in de workshops is gebeurd. Francis heeft er een uitgebreid verslag over geschreven. De hoofdlijnen:
In januari en februari werden er ééndaagse workshops gegeven voor leerkrachten in het kleuter-, speciaal, primair en voortgezet onderwijs.
Voor de ECD leerkrachten was het thema omgaan met assesments. Waarop en hoe ga ik leerlingen beoordelen en welke niveaus hangen we daaraan vast. Omdat dit voor het kleuteronderwijs (nog) niet nationaal is bepaald, hebben de regio-inspecteurs samen met T4T de hoofdlijnen ontwikkeld. In deze workshops, die in 8 groepen door 176 leerkrachten werd bezocht, heeft men dit uitgerold en uitgeprobeerd. Volgende keer willen de leerkrachten meer leren over lesschema’s en professionele administratie, maar vooral over het maken van ontwikkelingsmateriaal.
Voor leerkrachten van het primair onderwijs was Esther Mwaniki, die door onze Nederlandse workshopgevers Frauke Donners en Annemarie Timmermans al twee keer was getraind in het kader van onze overdrachtsstrategie, de teamleider van de groep van 8 facilitators. Samen ontwikkelde de groep de ingrediënten voor de workshop over actief leren, waaronder de leerpiramide van Bale en het T4T-coachingsinstrument ‘de kruk van zelfvertrouwen’, afgewisseld met werkvormen en energizers. Met 5 groepen gingen zij aan het werk, te beginnen met meet-and-connect-energizers (openingsfoto). Over dit project wordt door internationaal masterstudent Loes Donders momenteel een afstudeeronderzoek gedaan, waarvoor deelnemers en workshopleiders gericht zijn bevraagd. Ik kom er op terug als de resultaten bekend zijn.
Onder leiding van Eliud Mbwirya wierp de groep docenten voortgezet onderwijs zich in twee workshops op het nieuwe curriculum d.m.v. een focus op 21-century skills. Hoewel het nog wel 3 jaar kan duren voor ze er daadwerkelijk mee aan de gang moeten, was de nieuwsgierigheid groot. Eliud deed op voorstel van onze Nederlandse projectleider, Lysanne Kapiteijn, de oefening ‘challenge circle’. Positie kiezen in een cirkel na vragen over het curriculum. Denk aan vragen als ‘In welke mate zie je er tegenop?’, Hoe groot is je enthousiasme? of ‘Hoeveel weet je al van het curriculum?’ Een succes omdat daarmee ook de emotionele betekenis van een degelijke vernieuwing voor docenten duidelijk werd.Voor veel docenten bleek het een gerusttelling, dat zij niet de enige zijn die…….
De leerkrachten speciaal onderwijs bogen zich vooral over adaptieve apparatuur voor leerlingen met speciale behoeften en hoe deze te gebruiken. Deze workshops hebben geleid tot het vormen een whatsapp-groepen om ervaringen te delen. Mooi dat een idee, dat we al langer in ons achterhoofd hadden, nu spontaan ter plaatse is ontstaan.
We zijn weer gevoed en erg blij met de ontwikkelingen.
Ruud Musman