De belangrijkste veranderingen in Keniaans onderwijs

Op papier laten ze er bepaald geen gras over groeien bij de KICD ( Kenya Institute of Curriculum Development). Omdat een ‘verse’ ploeg Nederlandse leraren staat te trappelen om Meet, Connect, Learn over twee weken in praktijk te brengen, hierbij de  belangrijkste veranderingen in het Keniaanse onderwijs:

  • Het Keniaanse equivalent voor onze Cito’s, de KCPE (Kenya Certificate of Primary Education) en de KCSE (die voor Secondary Education) zullen worden vervangen door continue en meer leerlinggerichte assessments, gericht op individuele ambities en mogelijkheden. De toetsen zullen niet volledig verdwijnen, maar een kleinere rol gaan spelen. Formatieve, op ontwikkeling gerichte assessments zullen in Grade 4-6 voortdurend plaats gaan vinden met behulp van individuele portfolio’s (Ik ben benieuwd hoe men die gaat bewaren in de stoffige open kasten in Kwale). Om een over all plaatje te krijgen van de leerlingen die naar Grade 7 gaan, zullen er willekeurig door het land gestandaardiseerde assessments en analyses plaatsvinden. Ongeveer 80% van het assessment zal gebaseerd zijn op de mentale vermogens om problemen te verwerken, terwijl 20% zal gaan over het oordelen, beredeneren en interpreteren van vraagstukken.
  • Voor het meten van financiële geletterdheid en het uitvoeren van vastgestelde opdrachten daarbinnen, zullen observaties of tussentijdse deelcertificaten (iets als tafeldiploma’s?) worden ingezet. En daarnaast ook summatieve assessments om te de kennis en vaardigheden bij een specifiek onderwerp te toetsen.
  • De ECD-kinderen (kleuters) wordt digitale en financiële geletterdheid geleerd en daarnaast leren ze hoe ze de omgeving schoon houden, liefdadig te zijn naar de minderbedeelden en krijgen ze godsdienstles.
  • In de onderbouw basisonderwijs krijgen ze inheemse talen (Kishwahili), hygiëne, milieu, godsdienst, levensvaardigheden (sociaal emotionele ontwikkeling), kunst en lichamelijke opvoeding.
  • In de bovenbouw staan op het programma: vreemde talen (Engels en Arabisch). Frans, Duits en Chinees zullen keuzevakken worden (Waar gaan ze die leraren vandaan halen?). Verplicht blijven daarnaast: social studies (maatschappijleer), landbouw, aardrijkskunde en geschiedenis. Landbouw, wetenschap en kunst komen ook weer terug.
  • In de onderbouw voortgezet onderwijs krijgen de leerlingen verplicht: gezondheid, voorbereidende techniek en voorbereidende carrièreleer. Inheemse en vreemde talen en computerwetenschap (programmeren?) worden keuzevakken. Deze periode zal voor 70% worden afgesloten met een formatieve evaluatie en voor 30% door een nationaal examen.
  • In de bovenbouw zijn er drie leerwegen van drie jaar:
    1. Kunst en Sport (uitvoerende kunst, kunstbeschouwing en sport);
    2. Sociale wetenschappen (talen en literatuur, menswetenschappen en business studies)
    3. STEM (Science, Technical, Engineering and Mathematics)
    Daarnaast moeten alle bovenbouwers 135 uur dienstverlening en lichamelijke opvoeding doen. Het onderdeel Dienstverlening zal zowel door middel van projecten als door een nationaal examen worden getoetst. Hierbij worden ook ouders en andere betrokkenen uit de maatschappij ingeschakeld, mede om te kijken hoe de leerlingen hun competenties op allerlei gebieden kunnen inzetten.
    Zie ook:  https://www.standardmedia.co.ke/mobile/article/2001227870/ten-key-changes-in-the-new-education-system

Ruud Musman

Post a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.