Om half negen zitten ze er klaar voor in hun oranje, blauwe, groene, rode of crèmekleurige polo. ‘T4T’ voor- en Teachers4teachers, Education is Future’ achterop. In drie groepen gaan ze de eerste smaken van het Keniaanse onderwijs proeven, twee op primary schools en één op een SNE-school. ‘Jambo, you’re back’, klinkt het al gauw. Blije gezichten verraden de vreugde over onze hernieuwde aanwezigheid. Menigeen geloofde niet, dat we na Corona nog zouden terugkeren. ‘Zorg vooral, dat je na het tekenen van het gastenboek, een onvermijdelijk cultureel ritueel, zo snel mogelijk de klassen ingaat en laat je niet te lang vasthouden in het kantoor van de directeur’, adviseert Jan van Aert vooraf. Het is niet aan dovemans oren gezegd. Vol enthousiasme keren de groepen n a hun bezoekterug naar de Playground, een openbare ruimte waar we onze lunch zullen ontvangen en de voorbereidingen zullen vervolgen. Koen vertelt me, dat het hem opvalt hoe er al in groepen wordt gewerkt en anderen geven zelfs voorbeelden over flink gevorderde differentiatie. Nu zitten we in een gebied, dat vijf jaar geleden al intensief met T4T heeft gewerkt en heeft de toepassing van het competentiegerichte curriculum hier ook al aardig voet aan de grond gekregen, maar toch. Van stilstand is tijdens de Coronacrisis duidelijk geen sprake geweest.
Als we ’s avonds bij de evaluatie vragen waar ze stralende ogen van kregen, zijn het trouwens altijd dansende, zingende of lachende kinderen. Dat is toch waar het in onderwijs eigenlijk om gaat.
Na een eenvoudige lunch, bord op schoot, beginnen we met de werkelijke voorbereidingen. De Keniaanse professionals zijn inmiddels aangeschoven en het aftasten kan beginnen. Eén groep valt me in het bijzonder op. Femke en Linda zijn namelijk gekoppeld aan een Keniaanse workshopleider in opleiding. Als eerste zie ik ze direct in de actiestand komen. Vanuit het principe ‘ show, don’t tell’ wisselen ze allerlei kennismakingsoefeningen uit. Over ’to meet and connect’ hoef ik me alvast geen zorgen te maken. Bij twee duo’s blijken geen Keniaanse facilitators beschikbaar. Dat kan betekenen, dat er geen input over de te verwachten onderwijskundige uitdagingen komt. Gelukkig is daar ons bestuurslid Mwalonya, voorheen zelf onderwijsinspecteur. Op een energieke manier levert hij een waardevolle bijdrage aan inzichten m.b.t. knelpunten waar directeuren mee kunnen worstelen.
Als we om een uur of vier de voorbereidingen afsluiten, zie ik voornamelijk zelfbewuste collega’s. Het gaat helemaal goed komen zaterdag.
Dus op naar de markt in Ukunda. Alleen de wandeling er naartoe is al een belevenis met alle toeterende en krioelende tuktuks, auto’s en matatu’s. Eén, twee, drie en tegelijk het overvolle kruispunt oversteken. Het lukt. De markt is een smal straatje vol met kraampjes en hier en daar modderige greppels. Het geeft een aardige inkijk in het dagelijkse leven hier. Intussen kan ik mooi nog even een petje scoren, want dat ben ik vergeten in te pakken.
Tijdens de evaluatie ’s avonds blijkt de meerwaarde van deze dag als opmaat voor morgen groot.
Intussen doen Gert Jan en Michiel, die de examens van de schoolleiders voorbereiden, een oefening op de handen zitten. Al tijdens Corona bleek dat de kwaliteiten van de Keniaanse trainers boven verwachting is Ook deze keer geven de trainers blijk van een bovenmatige theoretische kennis om straks mede de assessments af te nemen. Ik prijs me gelukkig, dat ik daar deze week ook van mag meegenieten. Ook met betrekking tot het nieuwe opleidingscurriculum hebben zij zo hun ideeën. Dat die vooral gaan over onderwijskundig leiderschap stemt ons gelukkig. Voor de meeste directeuren is dat namelijk (nog) niet de hoofdmoot en voor ons juist wel. Zelfs incusiviteit wordt genoemd als wenselijk thema. Kom daar bij ons maar eens om.
Vol vertrouwen kunnen we de rest van de week ingaan,
Ruud Musman